Blaasmachines zijn speciaal ontworpen voor het blazen van telecommunicatie- en datatransmissiekabels in voorgeïnstalleerde kanalen en zijn ook geschikt voor het blazen van subkanalen. Het systeem werkt volgens het stroperige sleepprincipe, waarbij gebruik wordt gemaakt van perslucht voor de installatie van de kabel, gecontroleerd en ondersteund door een riemaandrijvingssysteem. De kabel wordt door middel van perslucht aangedreven en in het kanaal gevoerd, terwijl het hydraulisch aangedreven riemaandrijfsysteem de glasvezelkabel aanstuurt. Het elektronische bewakingssysteem leest de snelheid en de afstand uit, biedt bescherming tegen kanaal- of kabelobstakels en bevat een noodstopvoorziening.